columns 21 t/m 24
21 Dorst
Een ochtendwandeling door Haarlem heeft mij dorstig gemaakt. Aan de bar van het café is nog één kruk vrij. Voor het middaguur gebruik ik in principe geen alcohol en bestel een frisdrankje. Naast mij staart een man naar een leeg kelkje. Op mijn “goedemorgen”, werpt hij een blik op mijn glaasje prik en schudt zijn hoofd.
“Heb ik ook een tijdje geprobeerd, maar mijn maag kan er niet tegen,” bekent de man. Ter ondersteuning van deze ontboezeming boert hij binnensmonds om vervolgens de oprisping met een zucht vrij te laten.
“Mijn vrouw vindt dat ik te veel drink. Om haar ter wille te zijn en ons huwelijk wat op te krikken, ben ik een tijdje gestopt en gewacht op ontwenningsverschijnselen. Hartkloppingen, zweten, bevende handen. En, wat denkt u? Niets, helemaal niets! Ik heb al jaren last van een onregelmatige hartslag, zweten doe ik altijd en van beven is geen sprake.”
Demonstratief strekt hij de armen en kijkt triomfantelijk naar twee bewegingloze handen.
“Wat is dan het nut van droog staan?”
Ik haal de schouders op.
“Maar om thuis de vrede te bewaren heb ik uitwegen gevonden. Als ik de boodschappen doe en twee keer per week stofzuig, mag ik ‘s avonds één borreltje drinken. Van het statiegeld, dat ik apart incasseer bij een andere kassa, laat ik hier iedere dag een pikketanissie naar binnen glijden. In de schuur heb ik een fles klare verborgen en ook op zolder staat er eentje verdekt opgesteld.”
Na zijn biecht vraag ik of hij nog dorst heeft, wijzend naar het lege kelkje. Hij knikt, kijkt op zijn horloge en slaat het jonkie in één teug achterover.
“Maar ik moet nu gaan, anders wordt de vrouw achterdochtig. Ik ga straks nog wat knutselen in de schuur en daarna de zolder opruimen.”
Met een knipoog en een klopje op mijn schouder neemt hij afscheid. In de verte slaat een kerkklok 12 uur. Gelukkig maar.
22 Mopperkont
De trein van 11.47 uur naar Amsterdam nemen, dat is het plan. Het is 6 minuten lopen, maar ik houd niet van haasten en trek dus om 11.30 uur de deur achter mij dicht. In de lift kom ik een medebewoner van het appartementencomplex tegen. Ik ken hem van gezicht, én van zijn verhalen waarvan hij vindt dat ik kennis moet nemen. Een wisseling van gedachten ga ik niet uit de weg, maar met deze figuur is het altijd ellende die over mij wordt uitgestort.
“Heb je de rotzooi weer gezien bij de vuilcontainers! Voor de zoveelste keer ligt de straat vol met troep omdat de afvalbakken vol zijn. Vorige week heb ik weer met zo’n druiloor gebeld die daar verantwoordelijk voor is. Belooft van alles, maar doet niets. Ik ga nu een brief schrijven naar de burgemeester.”
Ondertussen is de lift aangekomen op de begane grond. Ik probeer te ontsnappen uit de tirade, maar de man pakt mijn pols en wil nog iets kwijt.
“Ik moet een trein halen,” zeg ik kennelijk iets te vrijblijvend, want terwijl ik met mijn vrije hand de handgreep van de buitendeur pak, krijg ik een ander probleem voorgeschoteld.
“Zie je wat er aan de hand is met die deur? Sluit nog steeds niet goed, ondanks het feit dat we daar al maanden over klagen. Ze willen het gewoon niet horen! Het interesseert ze geen bal en de verantwoordelijken doen er helemaal niets aan! “
Inmiddels is het mij gelukt de deur te openen en terwijl ik op mijn horloge kijk stel ik vast dat ik flink door moet stappen om de trein van 11.47 uur te halen.
“Kijk nou eens naar die krant die uit mijn brievenbus steekt! Hoe vaak heb ik daar al niet over heb geklaagd?”
Ik blijf het antwoord schuldig en vraag me af wat daar zo fout aan is.
“Ze hebben de krant al een paar keer uit mijn brievenbus gejat … ja, gewoon gejat! En als het regent wordt het papier nat en kan ik de pagina’s nauwelijks omslaan. Ik heb de knaap die de krant bezorgt al een paar keer toegesproken, maar hij blijft volharden in zijn ergerlijk gedrag. Vorige week heb ik een brief op poten naar de redactie gestuurd, maar kennelijk raak ik een gevoelige snaar want ze vertikken het om de brief te plaatsen.”
“Ik moet nu echt gaan anders mis ik mijn trein,” zeg ik mij loswrikkend uit zijn greep.
“Verleden week heb ik nog tegen de glazenwasser gezegd dat ik ontevreden was over de manier waarop mijn ramen worden gelapt. Weet je wat hij zei? Meneer, doe het dan zelf. Niet te geloven, toch?”
Terwijl ik mij in gestrekte draf verwijder van de mopperkont hoop ik dat hij zich niet zal vermenigvuldigen. Weliswaar schat ik hem op midden zestig, maar zijn vrouw is een jong ding van rond de dertig. Je weet het dus nooit! Misschien moet ik voor de zekerheid een condoom in zijn brievenbus deponeren om te voorkomen dat zijn soort zich voortplant.
23 Perfecte match
Al geruime tijd was ze op zoek naar een partner die haar leven kleur kon geven. Maar ook een man die haar verlangen naar het krijgen van kinderen zou delen. Na een aantal ontmoetingen, die stuk voor stuk tot niets hadden geleid, had ze de moed bijna opgegeven. Ze besloot zich in te schrijven bij een andere dating site. In de hoop daar iemand te vinden die zich niet presenteerde met een onderbelichte selfie en een glas bier naast een volle asbak. Ze paste haar profiel aan, plaatste een paar foto’s, maar liet zich niet uit over het stichten van een gezin. Ze wilde vermijden dat mannen op voorhand zouden afhaken als ze dit verlangen kenbaar zou maken. Zodra er sprake was van echte liefde zou dat een vanzelfsprekend zijn.
Iedere ochtend keek ze of er reacties waren. Wederom teleurstellingen. Vage figuren die uit waren op een one night stand of een flirt, maar niet serieus op zoek naar een vaste relatie. Na een aantal dagen ontving ze een bericht dat anders was. Een man op zoek naar de ware liefde en er geen geheim van maakte dat hij naast een gelijkwaardig intellectueel niveau en gedeelde interesses ook het uiterlijk van een vrouw belangrijk vond. Terwijl ze zijn profiel las en foto’s bekeek, verhoogde haar hartslag. Een leuke kop met krullen, sportief lijf, open uitstraling, een oprechte lach. Kortom een vent waar ze warm voor zou kunnen lopen. Maar ja, wat zegt een uiterlijk?
Het aantal raakvlakken was opvallend. Levensovertuiging, muziek, boeken, bezigheden waar ze beiden van hielden, verwachtingen over de toekomst. Ook de liefde voor dieren deelden ze. Om praktische redenen hadden ze geen van beiden een huisdier, maar verlangden daar wel naar. Ze reageerde direct en gaf iets meer van zichzelf prijs. Hij antwoordde op soortgelijke wijze. Tijdens de weken die volgden ontstond er een intensieve wisseling van berichten in openhartige bewoordingen. Voorzichtige uitingen van genegenheid. Af en toe een lieve opmerking. Geen van beiden nam het initiatief om elkaar direct in persoon te willen ontmoeten. Ze kwamen overeen elkaar eerst virtueel af te tasten alvorens een stap verder te gaan. Tot het moment dat de telefoon in beeld kwam.
Ze viel direct voor zijn stem. Warm, geruststellend, een luisterend oor. Na urenlange gesprekken besluiten ze uiteindelijk elkaar te ontmoeten. De avond voor hun eerste afspraak belt ze nog een keer.
“Ik moet je iets bekennen”, zegt ze aarzelend: Uiterlijk ben ik wellicht niet de ideale vrouw die je zoekt. Ik heb namelijk een hazenlip. Weliswaar cosmetisch gereconstrueerd, maar het is en blijft een hazenlip”.
Aan de andere kant van de lijn blijft het even stil. “Ik moet je ook iets bekennen”, zegt hij zachtjes. “Ik ben gesteriliseerd”.
Aan beide kanten is een verholen zucht te horen. Na enige tijd zegt hij: “We kunnen eventueel een hondje nemen …”
“Ja”, reageert zij. “Een konijntje kan natuurlijk ook …”
24 Vergeten leven
Hebben planten gevoelens? Kunnen ze pijn en emoties ervaren? Alles wat leeft en groeit, kan ook sterven. Planten zijn daar geen uitzondering op. Hoe je het ook bekijkt, een plant is een levend organisme. Anders dan een baksteen of een handjevol grind. Planten communiceren op verschillende manieren. Bijvoorbeeld met hun uiterlijk. Maar ook met geuren en in gevaarlijke situaties zelfs met gif. Daar is een bepaalde vorm van intelligentie voor nodig, toch?
Planten geven minuscule elektrische signalen naar elkaar en hun omgeving via bladeren, wortels en stengels. Onzin …? Wetenschappelijk onderzoek bewijst het tegendeel. Als humaan mens zijn we van mening dat iedere vorm van leven gerespecteerd dient te worden. Vegetariërs hebben de overtuiging dat een dier recht heeft op een ‘humaan’ leven. Het zijn intelligente wezens die plezier, pijn, angst en andere emoties kunnen ervaren. Ik ben het daar volledig mee eens. Ik neem ook wel eens een suikerklontje in plaats van biefstuk. Vallen planten dan buiten deze categorie? Denk eens na over een komkommer, waar de huid eerst met een dunschiller wordt bewerkt om vervolgens talloze malen over een guillotine te worden gehaald. Pure marteling!
Gooi eens een handjevol spinazie in een wok en kijk hoe het sterft in olie van honderdtachtig graden. En wat te denken van een appel die eerst gevierendeeld wordt en daarna meedogenloos van zijn ingewanden wordt ontdaan! Waarom groeien tulpen door als ze in een vaas worden gezet? Een krampachtige reactie van een bloem in doodsnood! Een laatste stuiptrekking vóór het levenslicht dooft. Af en toe maak ik een wandeling in een nabijgelegen bos. Doorgaans pauzeer ik halverwege even bij een oude kastanjeboom. Ik wens hem altijd goedemorgen en vraag toestemming om een moment te mogen leunen. Het is een warme dag. Ik neem een slok water, kijk om me heen en geniet van de stilte.
“Kun je even iets opschuiven, je zit op een gevoelige plek,” bromt de kastanje. Ik verontschuldig mij en kies een andere positie. Ja, beste lezer, geloof het of niet, maar deze boom leeft én communiceert, net als een komkommer. We hebben vaak interessante gesprekken. Onlangs hadden we het over het gebrek aan respect voor vegetatie. Hij vertelde over de kwellingen die hij in zijn leven al had ondergaan. Blikseminslag, verliefden die met messen hun namen in zijn bast kerfden, plassende wandelaars. Nee, dan was een krop sla beter af, althans volgens hem. Een kort maar zonnig leven en sterven in een met liefde gemaakte dressing leek hem ideaal in plaats van honderd jaar folteringen te ondergaan. Zijn ontboezeming stemde mij tot nadenken. Ik besloot die avond een stamppotje te maken van oude zeeklei, gegratineerd met geschaafde mergel en op smaak gebracht met zilverzand. Absoluut geen verkeerd gerecht! Maar morgen toch liever een stukje vis met worteltjes.